‘DE LESSEN UIT MAISSEIZOEN 2016’ Jos Groten, onderzoeker maïs en voedergewassen Wageningen Plant Research De grote extremen in temperatuur en neerslag tijdens maïsseizoen 2016 zullen we volgens deskundigen vaker terugzien in Nederland. Wat kunnen maïstelers van afgelopen jaar leren om zich hier tegen te wapenen? Jos Groten van Wageningen Plant Research legt uit. EEN VLOTTE START “Ook in 2016 zagen we grote temperatuurschommelingen in april en mei, waardoor vroeggezaaide maïs traag kiemde. Kwalitatief goed zaaizaad met een goede ontsmetting is dan extra belangrijk. Zorg dat de bodem vóór de zaai al opwarmt, bijvoorbeeld met een vervroegde grondbewerking.” JUISTE ONKRUIDBESTRIJDING LOONT Groten adviseert maïstelers na te denken over het systeem van onkruidbestrijding dat zij toepassen. “In praktijkproeven meten we, ten opzichte van één bespuiting in het 5/6 bladstadium, een meeropbrengst van 5% droge stof bij gebruik van een bodemherbicide en 10% bij twee keer 1/3 dosering spuiten.” Schoffelen voor sluiten van het gewas bestrijdt niet alleen het laatste onkruid, maar geeft tevens lucht en warmte in de bodem en tot 5% opbrengstverhoging. EXTREME BUIEN In het Zuiden en Oosten viel in juni herhaaldelijk veel regen. “Onmogelijk om je hier volledig tegen te wapenen, maar op een goede bodem heb je meer marge. Bodems met een goede structuur, goed bodemleven en veel organische stof hebben een beter infiltratievermogen en herstellen sneller, maar verdrogen ook minder snel. Investeer hierin met organische mest, compost, een goede groenbemester of wisselteelt.” LANGE VERSUS KORTE TERMIJN Vaak gaat het om keuzes die niet direct, maar op de wat langere termijn winst opleveren. “Kies een maïsras dat vroeg genoeg rijp is, schenk aandacht aan de teelt, oogst op tijd en teel een goede groenbemester. Zo haal je in de toekomst de hoogste voederwaarde-opbrengst.” RUWVOEDERWAARDE 2017 13