‘TOP-RUWVOEROPBRENGSTEN NOG GOED MOGELIJK’ De huidige bemestingsnormen hoeven niet te leiden tot lagere ruwvoeropbrengsten. Met een slim bouwplan, optimale mestbenutting en aandacht voor de teelt zijn hoge ruwvoeropbrengsten nog altijd goed mogelijk. Dat bewijst praktijkonderzoek in het project Koeien & Kansen waar Knowledge Transfer Centre (KTC) De Marke in Hengelo onderdeel van is. Duurzame maïsteelt is hier al jaren een belangrijk onderzoeksonderwerp. Met een aantal praktisch toepasbare maatregelen weten zij de opbrengst en kwaliteit van snijmaïs en gras op hoog niveau te houden, met minimaal kunstmestgebruik. STAPPENPLANVOOREENHOGERUWVOEROPBRENGST 1. HET BEGINT BIJ DE BODEM Een goede ruwvoerteelt kan alleen op een goede bodem. Investeer hierin: leer van een bodemanalyse, bekalk tijdig voor een goede pH, werk aan behoud en verhoging van de organische stof en wees heel zuinig op de bodemstructuur. 2. SLIM BOUWPLAN MET WISSELTEELT Wisselteelt heeft een heilzame werking op grond en gewas. Gras bouwt organische stof op en legt veel stikstof vast en geeft deze vrij voor de volgteelt. Ook probleemonkruiden en schimmelziekten vormen geen probleem bij wisselteelt. 3. BENUT DE MEST OPTIMAAL In de benutting van drijfmest is nog enorm veel te winnen. Maïs heeft feitelijk een relatief lage N- en P-behoefte en neemt alleen op wat wordt verbruikt. Gras daarentegen legt veel extra beschikbare N vast. Maak een gedegen bemestingsplan op perceelsniveau, analyseer de mest, bemest maïsland niet te ruim en verhoog de benutting van drijfmest door zoveel mogelijk voor 1 juli uit te rijden, onder vochtige omstandigheden en (indien mogelijk) met voldoende water. 10