![]() aantal daarvan is schadelijk en vermeerdert zich bij voldoende aanbod van waardplanten en een krappe vruchtwisseling. Ze prikken de wortels van cultuurgewassen aan, verstoren de plantgroei en veroorzaken bodemziekten. Resistente groen- bemesters en een juiste vruchtopvolging doen schadelijke aaltjespopulaties afnemen. Na lokking dringen de larven ook hier het wortelstelsel binnen, maar de resistentie doorbreekt de voedingscyclus, waardoor het aaltje zich niet meer kan vermenigvuldigen. De effectiviteit van aaltjeslokking neemt toe met de veldperiode, gewasontwikkeling en late bloei. sen. Groenbemesters dragen bij aan een meer saprofytisch bodemleven. Dit zijn de `goede' schimmels, bacteriën en nematoden die er simpelweg voor zorgen dat er voor ziekteverwekkers minder ruimte over is. biodiversiteit voor vliegende insecten als natuurlijke vijanden en bestuivers. En zo'n mengsel geeft bovendien beschutting aan allerlei akkervogels. |